Altijd het land van de toekomst

In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog zag Europa het opkomende Duitse Keizerrijk als de nieuwe dominante kracht in de wereld. Iets meer dan 20 jaar later werd de opkomst van Nazi-Duitsland door niet minder angst en apocalyptische voorspellingen begeleid. Vooral in de jaren ’50 en ’60 werd de wereld overspoeld met aankondigingen van de ultieme hegemonie van Moskou. In de jaren ’80 leek de economische groei van Japan het land een mythische status te verschaffen als de aankomende machtigste natie op aarde.

Momenteel valt China deze eer ten deel. Vooral de economische groeicijfers van de afgelopen jaren en de enorme bevolking van dit land imponeren. Veel mensen komen met voorspellingen over wanneer China ’s werelds nieuwe machtscentrum wordt en zij verstrekken met liefde allerlei adviezen om toch vooral eens wat Chinese karakters te memoriseren. Dat China al sinds 1979 een eenkindpolitiek voert en daardoor met steeds verder toenemende demografische en culturele problemen kampt, wordt voor het gemak even vergeten. Ook dat binnen China’s grenzen miljoenen mensen in diepe armoede leven, al haar Aziatische buren zich momenteel militair tegen het land lijken te verenigen en haar economie zonder een jaarlijks stijgende export zal imploderen, wordt niet vermeld in alle rooskleurige toekomstbeelden over dit reusachtige land. Helaas voor eenieder die de Chinezen de wereldheerschappij zo graag gunt, heeft het er alle schijn van dat binnenkort ook China toegevoegd kan worden aan het lijstje voormalige landen van de toekomst.

Het klinkt verschrikkelijk saai, maar de enige recente geopolitieke machtstransitie van formaat is die van Londen naar Washington geweest. Daar waar aan het begin van de 20e eeuw het Britse Rijk nog de machtigste entiteit op aarde was, werd die positie nog voor het verstrijken van de eerste helft van diezelfde eeuw dankbaar overgenomen door de Verenigde Staten.

Het is opvallend te noemen dat de vermeende opkomst van verschillende landen altijd voorspeld lijkt te worden door analisten van buitenaf. Natuurlijk worden de mooiste toekomstbeelden met veel dankbaarheid bevestigd door de regeringen van de desbetreffende landen, maar de bevolking weet vaak wel beter. Veel Duitsers ten tijde van Wilhelm II of Russen tijdens het bewind van Brezjnev werden geconfronteerd met honger, armoede en een uiterst onzekere toekomst. Ook iedere Chinese boer met kale akkers en geen spaartegoed zal de voorspelde opkomst van zijn land kunnen relativeren. Vaak lijkt het dus zo te zijn dat de inwoners van het desbetreffende land zelf enorm sceptisch zijn over het toekomstpotentieel dat ze van buitenaf krijgen opgedrukt. Voor één land geldt dat, op het moment, in het bijzonder: Brazilië.

Charles de Gaulle schijnt ooit gezegd te hebben dat Brazilië het land van de toekomst is en dat ook altijd zal blijven. Dat de Franse staatsman deze zin nooit echt heeft uitgesproken, maar Brazilianen deze woorden vaak en graag herhalen, spreekt boekdelen. Dat deze ietwat pessimistische karakterisering van de Zuid-Amerikaanse reus toegeschreven wordt aan de man die als de ultieme belichaming van Frankrijks aanzien in de wereld mag gelden, is op zijn minst ironisch. Want de Franse en Braziliaanse manieren van het zich profileren op het wereldtoneel, zijn volledig tegenovergesteld.

Frankrijks invloed is al jaren tanende. In 1922 bestreden de Fransen met succes de invoering van Esperanto als de werktaal van de toenmalige Volkenbond. Zij dachten namelijk dat het Frans ooit uit zou groeien tot de enige, echte wereldtaal. Dat hier bijna een volle eeuw later hard om gelachen kan worden, laat zien dat Frankrijk toch zeker niet de opwaartse spiraal heeft beleefd die het land zichzelf had voorzien. Na twee verwoestende wereldoorlogen, het verlies van bijna al haar kolonies en immense interne economische problemen sloot Frankrijk de twintigste eeuw niet bepaald tevreden af. Frankrijk kon zich nog troosten met de gedachte aan haar speciale positie in Europa, waar zij samen met Duitsland toch nog zeker het dominante duo vormde. Daar waar eerst het Frans-Duitse tandem echter de Europese snelheid en koers bepaalde, hebben de middelpuntvliedende krachten van de Euro er inmiddels voor gezorgd dat Frankrijk steeds verder achterop raakt op haar machtige oosterbuur.

Maar het land stelt zich nog steeds op als een zelfbewuste wereldmacht. Haar permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad, nucleair arsenaal, ijzersterke marine en invloed in de francofone naties maken haar tot een geopolitieke speler van formaat. Ondanks alle problemen waar Parijs zich mee geconfronteerd ziet, heeft het land een voortreffelijke diplomatieke dienst en laat zij zich internationaal niet zelden horen. De actieve oppositie en zelfs obstructie van Parijs bij de Amerikaans-Britse inval van Irak contrasteert dan ook niet met de talloze Franse militaire missies in Afrika. Overal laat het land haar eigen belang prevaleren.

Brazilië stelt zich heel anders op. Het land heeft de eer de eerste letter te mogen leveren van de overbekende afkorting BRICS. Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika vormen samen deze groep BRICS-landen. De term is echter pas in 2001 geïntroduceerd door een medewerker van de investeringsbank Goldman Sachs en de aanvankelijke vier landen op wie het sloeg, Zuid-Afrika werd later pas toegevoegd, hebben verrassend weinig gemeen. Brazilië is een exporteur van energie en dus gebaat bij verder stijgende energieprijzen op de wereldmarkt, terwijl een land als India hier nu juist enorm veel hinder van zou ondervinden. De enige echte overeenkomst tussen de vijf landen is dat zij de grootste economische en politieke macht in hun respectievelijke regio’s vormen, verder hebben zij nauwelijks gedeelde belangen.

Brazilië lijkt ook niet echt een land dat dit soort samenwerkingsverbanden nodig zou moeten hebben om invloed uit te kunnen oefenen. Het land heeft de zevende economie van de wereld, 200 miljoen inwoners en is de onbetwiste dominante macht in Zuid-Amerika. Brazilië is ook een land dat immigranten makkelijk in zich opneemt. Het belangrijkste aspect van het land is echter dat de interne verschillen overbrugbaar zijn. Afgezien van in wat geïsoleerde Duitse enclaves, wordt in het gehele land Portugees gesproken. Over afstanden van duizenden kilometers zijn er slechts bepaalde klanken en een aantal specifieke woorden die wat veranderen.

 

Het land heeft de zevende economie van de wereld, 200 miljoen inwoners en is de onbetwiste dominante macht in Zuid-Amerika.

 

Een vaste mantra die Brazilianen graag herhalen is dat op de zwarte markt de Braziliaanse paspoorten het duurst zijn. De reden daarvoor ligt logischerwijs in de bevolkingssamenstelling van het land. Het land is zo enorm divers dat iedere Zweed, Vietnamees, Afghaan of Namibiër ook Braziliaans zou kunnen zijn. Maar het is nog niet eens zozeer de enorme diversiteit die Brazilië zo uniek maakt, er zijn namelijk meer immigratielanden met een gevarieerde bevolking. Het unieke aan Brazilië is nu juist dat het land allerlei verschillende etnische en religieuze groepen herbergt, maar de sociale cohesie er niet onder lijdt. Iedereen is Braziliaan. Dat is meteen ook de kracht van het land. Veel landen beschermen zich tegen de buitenwereld door zich diep in hun confessionele of historische identiteit in te graven. Brazilië staat echter open voor al het goeds wat de globalisering te bieden heeft, terwijl het land tegelijkertijd immuun lijkt voor de ontwrichtende werkingen ervan.

Hier komt ook meteen het meest significante verschil met de andere BRICS-landen bovendrijven. Ieder ander BRICS-land heeft namelijk interne spanningen met allerlei bevolkingsgroepen. Brazilië lijkt vooralsnog het enige grote land op aarde dat een diverse bevolkingssamenstelling heeft weten te koesteren zonder allerlei bijkomende spanningen en problemen. Daarbij komt ook nog eens de positieve uitstraling van het land op de rest van de wereld. Niet alleen heeft Brazilië, door haar immigrantenverleden, een reusachtig netwerk dankzij 200 miljoen inwoners met familiebanden over de gehele wereld, maar alle clichébeelden die over Brazilië bestaan geven het land een culturele invloed waar andere landen alleen maar van kunnen dromen. De associaties met zonovergoten stranden, caipirinha’s, talentvolle voetballers en allerlei andere zaken kan iedereen zich voor de geest halen. Het geromantiseerde beeld van een volk dat de hele dag de samba danst op het strand is een bron van ergernis voor veel Brazilianen. Maar het geeft het land wel een invloed en uitstraling. Soft Power is belangrijk voor een land, zeker in de 21e eeuw.

Brazilië is dus gezegend met een grote hoeveelheid culturele invloed en is allerlei interne spanningen bespaard gebleven. Dat geeft het land toch echt een rooskleuriger toekomstbeeld dan haar BRICS-kameraden. Het contrast tussen Brazilië en Frankrijk is van een andere aard. Beide landen lijken een levend bewijs van de stelling dat militaire en geopolitieke invloed achterlopen op demografische en economische ontwikkelingen. Het assertieve Frankrijk laat zich horen op het wereldtoneel, vooral ook omdat deze rol historisch zo gegroeid is. Brazilië, dat bijvoorbeeld Frankrijk en Groot-Brittanië in inwoneraantal en economische omvang inmiddels voorbij is gestreefd, stelt zich nog steeds bescheiden op, misschien ook wel omdat deze rol historisch zo tot stand is gekomen.

Brazilië lijkt allergisch te zijn voor militair optreden, zo was het land erg lang tegenstander van het aanpakken van IS. Het land dat ooit geregeerd werd door een militaire dictatuur heeft inmiddels een behoorlijk wantrouwen ontwikkeld voor alles wat militair is. Dat leidt tot de scheve verhoudingen tussen een luidruchtige, voormalige wereldmacht in de vorm van Frankrijk en een Brazilië dat bijna alle Europese landen op de meeste vlakken al lang is overstegen, maar er nog steeds niet naar handelt.

Wie Brazilianen confronteert met deze inzichten, krijgt vaak onbegrip als antwoord. Volgens de inwoners van het land zijn er nog veel te veel interne problemen. Corruptie, gigantische inkomensverschillen en zware criminaliteit worden vaak genoemd als vrijwel onneembare hordes naar een stralende toekomst. Daarbij wordt wel vergeten dat Brazilië een erg jong land is wat nog niet lang als eigen natie bestaat. Zeker als opgemerkt wordt dat het land nog maar sinds recent een democratie is, lijken die problemen relatief. De criminaliteit wordt actief bestreden. Het land heeft weliswaar te kampen met forse criminaliteitsproblemen, maar ieder jaar neemt de criminaliteit af en de veiligheid toe. De grote inkomensverschillen nemen af en de aantallen armen en ongeletterden krimpen razendsnel door effectief overheidsbeleid. Corruptie komt steeds vaker aan het licht en de maatschappij en politiek lijken eindelijk de eerste stappen te zetten naar een duurzame aanpak ervan.

 

Brazilië heeft niet de structurele problemen van andere, grote opkomende landen en lijkt zich goed genoeg bewust van haar interne problemen om ze gericht aan te pakken.

 

Wie de geopolitieke bescheidenheid van Brazilië ziet en tegelijkertijd de unieke kansen en ontwikkelingen ervan onderkent, kan niet anders dan concluderen dat dit een potentiële supermacht is. Zelfs met alle huidige problemen is het land al groot, economisch krachtig en invloedrijk. Dat alle grote problemen van het land nu één voor één getackeld worden, voorspelt veel goeds. Over de geopolitieke en militaire mogelijkheden van dit land zullen zelfs de meest optimistische beschrijvingen niet onrealistisch lijken. Zij laat immers nu al haar kansen op dit vlak onbenut.

Brazilië heeft niet de structurele problemen van andere, grote opkomende landen en lijkt zich goed genoeg bewust van haar interne problemen om ze gericht aan te pakken.
Van buitenaf lijkt dit land een geweldige toekomst in de sterren te hebben staan. Helaas voor Brazilië lijkt de eigen bevolking deze analyse niet te delen. De geschiedenis leert ons niet zo arrogant te zijn om te twijfelen aan de opvattingen van de bevolking van vermeend opkomende landen. Het zou droevig zijn als de mooie toekomst van Brazilië altijd toekomstmuziek zou blijven.


Jordy Rutten avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?