Dilemma's van de Toekomst: Het ideaal dat zich tegen ons keert

Stel je een eerlijke samenleving voor. Stel je een samenleving voor waarin je positie op de sociale ladder niet wordt bepaald door de plek waar je wieg heeft gestaan. Stel je een samenleving voor waarin je je plek op de sociale ladder bemachtigt op basis van je verdiensten. Een mooi idee, zo moet men in het naoorlogse Nederland hebben gedacht. Maatschappelijke tegenstellingen veranderden in individualisme, er ontstond ruimte voor sociaal beleid en de traditionele zuilen raakten hun greep op de samenleving langzaam maar zeker kwijt. Door middel van de Mammoetwet werd het middelbaar onderwijs sterk gemoderniseerd en kwamen de hogere onderwijsniveaus plotsklaps (en onbedoeld) binnen handbereik voor grote groepen jongeren die daar eerder alleen maar van hadden kunnen dromen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen daar de idealen om sociale ongelijkheid door middel van onderwijs tegen te gaan nog eens bij. Daarmee was de nieuwe samenleving, een meritocratie, in gang gezet en klaar om ons in het paradijs te brengen.

De meritocratie: zegen en vloek

Inmiddels kunnen we met trots zeggen dat de meritocratie ons veel goeds heeft gebracht. Over de hele linie is Nederland een welvarender land geworden en lange tijd hebben we de vruchten kunnen plukken van uitstekende sociale voorzieningen. Het zou echter van maatschappelijke lethargie getuigen als we de meritocratie alleen maar zouden bezingen als het beste dat ons ooit is overkomen. Sterker nog, ik durf de stelling te poneren dat het ideaal van de meritocratie zich nu tegen ons keert. Dat hadden we kunnen weten, de uitvinder van de term meritocratie waarschuwde ons reeds in jaren ’50 voor de negatieve kanten ervan.

Om te begrijpen hoe de meritocratie zich tegen ons keert, zal ik beginnen bij de grondbeginselen van het idee. De meritocratie gaat er van uit dat persoonlijke factoren zoals afkomst, sekse of raciale kenmerken niet van invloed mogen zijn op de sociale positie van een individu. In plaats daarvan zijn de merites, de verdiensten, van een individu leidend. In Nederland hebben we dit uitgangspunt vertaald naar ons onderwijssysteem door enerzijds alle onderwijsniveaus open te stellen voor grote groepen burgers en anderzijds verdiensten in sterke mate aan onderwijsprestaties te koppelen.

Het is je eigen schuld!

Allereerst resulteert deze oppervlakkige benadering van wat verdiensten zijn in een eendimensionale samenleving. Onderwijs is hét middel om te stijgen op de sociale ladder: mensen met een hoger opleidingsniveau krijgen langs deze eenzijdige meetlat een hogere maatschappelijke status. Andere factoren zijn daarentegen slechts van beperkte invloed op de sociale positie van burgers.

Ten tweede worden mensen in toegenomen mate verantwoordelijk gehouden voor de sociale positie die zij weten te bereiken. De overheid heeft de taak om het onderwijssysteem voor eenieder open te stellen en te houden, het is aan de burger om de kansen die hij krijgt te benutten. Wie niet komt bovendrijven is daar zelf schuldig aan. In combinatie met de opkomst van het neoliberalisme, waaronder volgens Foucault eenzelfde denkwijze met betrekking tot zelfdisciplinering ligt, heeft het leggen van verantwoordelijkheid bij de burger er dan ook voor gezorgd dat de verzorgingsstaat de laatste decennia is uitgehold.

Een nieuwe tweedeling: hoger- en lageropgeleiden

Wie denkt dat de meritocratische schoen alleen bij bovengenoemde punten wringt, die heeft het goed mis. Sinds de totstandkoming van de Mammoetwet is er veel veranderd. Zo is het de laatste jaren pijnlijk duidelijk geworden dat onze focus op de openstelling van het onderwijssysteem een nieuwe tweedeling heeft gecreëerd, namelijk de tweedeling tussen hoog- en laagopgeleiden. Naar nu blijkt neemt de kansenongelijkheid tussen kinderen van hoogopgeleide en laagopgeleide ouders toe. Zelfs met hetzelfde intelligentieniveau stromen kinderen van hoogopgeleide ouders gemiddeld op een hoger niveau het middelbaar onderwijs binnen. Daarnaast blijkt dat zij aan het einde van de rit ook hoger zijn opgeleid dan kinderen van laagopgeleide ouders. Sterker nog, tussen het moment van instroming in het middelbaar onderwijs en afstuderen blijkt het gat tussen kinderen van hoogopgeleide ouders en kinderen met hetzelfde intelligentieniveau van laagopgeleide ouders bij elke onderwijsovergang toe te nemen. Precies dit probleem onderstreept dat de meritocratie zich nu tegen ons begint te keren. Waar ooit het ideaal leefde om de sociale positie van een individu niet af te laten hangen van zijn of haar afkomst, daar zien we nu dat de oplossing daarvoor een nieuwe verdeling in afkomst schept.

Daarnaast is het wrang dat de meritocratie mensen in toegenomen mate zelf verantwoordelijk houdt voor hun sociale positie, terwijl nu blijkt dat de kansenongelijkheid toeneemt en mensen daar dus niet verantwoordelijk voor gehouden kunnen worden. Tot slot zorgt de eendimensionale ordening van de samenleving ervoor dat eenieder een zo hoog mogelijk opleidingsniveau wil bereiken. Enerzijds krijgen we daardoor te maken met een maatschappelijke onderwaardering van vakmanschap en manueel werk, terwijl we anderzijds kampen hebben met een schrijnend tekort aan vaklui omdat jongeren niet kiezen voor een ondergewaardeerde vakopleiding of na hun vakopleiding verder willen studeren.

Samen vechten tegen de tweedeling!

Natuurlijk is het achteraf altijd makkelijker praten en moeten we de mensen prijzen die ooit voor de verandering hebben gezorgd. Zonder hun inspanningen zouden velen niet in staat zijn geweest hun dromen na te jagen. Toch mogen we de ogen niet sluiten voor het schip dat door de wal is gekeerd en de daardoor groter wordende kloof tussen verschillende sociale lagen van de bevolking. Daarom roep ik al mijn partijgenoten op om samen te strijden tegen de maatschappelijke verdeling op basis van opleidingsniveau, tegen de onderwaardering van vakmanschap, tegen de onterechte uitholling van de verzorgingsstaat en tegen de eendimensionale waardering van verdiensten. Ik sta voor een eerlijke samenleving. Ik sta voor een samenleving waarin je positie op de maatschappelijke ladder niet wordt bepaald door de plek waar je wieg heeft gestaan. Ik sta voor een samenleving waarin we ook toekomstige generaties kunnen garanderen dat iedereen dezelfde kansen in het leven krijgt! Om dat te bewerkstelligen moeten we een duurzamer antwoord verzinnen dan de meritocratie. Dat kan ik niet alleen. Wie doet er mee?


Jong WBS Redactie avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?