Het Kwaad heeft een nieuw nummer: 3%

Drie: het ooit heilige getal is verworden tot het symbool van het Kwaad. De maximale begrotingstekortnorm van drie procent wurgt iedere gezonde discussie over het te voeren crisismanagement. Dit volledig arbitraire percentage wordt opgediend als absolute en deterministische norm voor een ‘Deugdzaam Financieel Leven’. Waar komt die norm vandaan, wie dient het en – belangrijker – hoe komen we er van af?

Vroeger – toen het nummer van Het Beest nog gewoon 666 was – bestond de 3% norm ook al. Die werd in Europees verband losjes nageleefd, al naar gelang Duitsland en Frankrijk er zin in hadden. Nederland was, natuurlijk, het braafste jongetje van de klas en was naast grootste netto-betaler in Europa, ook een van de weinige landen die zich keurig aan die norm hield. Semi-knoflook economie Frankrijk haalde het vrijwel nooit, en ook de huidige tuchtmeester van economische zeden Duitsland overschreed die grens nog wel eens.

Ik herinner me nog een pis-chagrijnige Gerrit Zalm, die van zijn Europese collega ministers te horen had gekregen dat hij ‘de sfeer bij de onderhandelingen vergiftigde’ met zijn gezeur over naleving van de norm. Toen en nu was duidelijk: de Frans-Duitse tandem volgt niet maar dicteert.  En dat nieuwe Europese dictaat – samengesteld in de elite-overleggen tussen Europa’s technocraten en de bancaire sector – laat zich samenvatten in een mooi rond getal: 3. Drie procent maximaal begrotingstekort. En die 3% is het nieuwe 666.


Arbitrair Wurgkoord
Dat getal wurgt ons. Het is een arbitraire standaard die ons wordt opgediend als een soort natuurkundig kookpunt: alles dat er bovenuit komt zal in helse vlammen opgaan. Het is tevens een morele norm: meer dan drie? U maakt er een zooitje van! Van uw begroting, uw handelsbalans, uw groteske sociale zekerheid, uw fiscale stelsel. Uw spilzucht gaat ten koste van de Braven, zij die zich wél netjes aan de regels houden.

Het gevolg van dit 3-procentsdogma is dat alle landen – inclusief de gezondere Noordelijke economieën zich onder de knoet van extreme bezuinigingen vinden in een tijd van crisis. De aanzwellende roep om dat beleid terug te draaien en te gaan investeren in werk en investeringsmogelijkheden is recentelijk door Eurocommissaris Rehn beantwoord met een onvoorstelbare aanpassing van de 3-procentsnorm: nóg meer bezuinigen. 2,8% is het nieuwe 3.


Waar komt die drie procent vandaan?

Aan ons getal van het Kwaad staat een tweetal economische verhandelingen te grondslag die zich een weg baanden naar de kantoren van de meest  invloedrijke bestuurders. Growth in a time of Debt van economen Reinhart en Rogoff – die aanvoerden dat de economie van een land in duikvlucht naar beneden zou vallen als een staatsschuld hoger zou zijn dan 90% van het BNP – en  Large Changes in Fiscal Policy van Alesina en Ardanga, die hun soberheidsretoriek in 2010 zelfs voor de Raad voor Financiële en Economische zaken van de Europese ministerraad mochten houden. Na een initieel voorzichtig stimuleringsbeleid na het uitbreiden van de crisis gebeurde er in 2010 iets opvallends: op een bijeenkomst van de ministers van financiën van de Groep van Zeven belangrijkste industrielanden werd besloten te stoppen met stimuleren, omdat de eerste ronde maatregelen een bodem onder de vrije val van de economie had gelegd. Feitelijk werd er op topniveau dus afgekaart dat er in het vervolg gericht bezuinigingsbeleid gevoerd zou worden. Een forse draai met grote gevolgen. Saillant detail: de beide werken van zowel Reinhart en Rogoff als die van Alesina en Adranga zijn inmiddels ontmanteld door vrijwel alle toonaangevende economen als niet steekhoudend en op sommige punten zelfs volledig foutief.

Toch lijkt de 3-procentsnorm nog stevig geworteld in het Nederlands financieel-politieke vertoog, PvdA-bestuurders incluis. Dat hangt samen met twee factoren: de uitruil-formatie tussen VVD en PvdA, waarbij de bezuinigingsnorm werd binnengehaald door de VVD in ruil voor het beperken van de hypotheekaftrek en andere nodige hervormingen en de benoeming van Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Euro-groep. Dat voorzitterschap zou goed zijn voor Nederland. Eindelijk weer met de grote jongens aan tafel, eindelijk weer eens iets te zeggen.

Het betekende een volledige inkapseling van Dijsselbloem – en dus van Nederland – in het Euro-vertoog. En daar zwaait de Duitse scepter van de positieve balans en het bezuinigen tot die balans op orde is. Daar is op zichzelf niets mis mee, alleen niet nu. Met Dijsselbloem als Europees boegbeeld is het simpelweg onmogelijk ook maar de minste kritiek te leveren op een door de Europese machine gedicteerde norm, zelfs als daarvan het resultaat een gesloopte nationale economie is. En die uitruil met de VVD: Het terugdringen van de staatsschuld is al sinds jaar en dag een van de VVD-speerpunten. Rutte mag dan niet zo van ‘Europese vergezichten’ houden, het is wél een cijferfetisjist die geil wordt van het getal 3. Dat de partij zelfs in deze crisis en ondanks de kritiek van een aantal prominente partijleden blijft vasthouden aan die doelstelling is echter opvallend.

 

Kan het anders?
Drie voorbeelden: IJsland, Frankrijk en de VS. IJsland is wellicht het minst exemplarische voorbeeld, aangezien het geen EU land is, maar juist dat laat goed zien hoe het zich buiten de 3-procentswurggreep kan houden. IJsland overkwam een financiële melt-down die z’n weerga niet kende in de recente west-Europese geschiedenis. Het eiland had haar economie volledig ingericht op financiële dienstverlening en kende een bancaire sector die (vier) keer de begroting van het land zelf overschreed. Toen dat misging, ging het hard. IJsland was het eerste land dat een definitieve smakker maakte, maar liet vervolgens zien hoe een kundig stukje crisis-management de boel snel weer vlot kan trekken. Ten eerste lieten de IJslanders de bad guys gewoon betalen voor hun eigen wangedrag: de banken werden niet overeind gehouden met staatssteun, maar gewoon failliet verklaard. Daarnaast had IJsland een groot voordeel: het maakte geen deel uit van de Eurozone. Het devalueerde dus vrolijk de Kroon, waarmee het land aantrekkelijk werd voor buitenlandse investeerders. Een solide maak- en innovatieindustrie laat het land inmiddels weer draaien.

Dan Frankrijk. Weliswaar deel van de Frans-Duitse tandem, met alle privileges van dien. Desalniettemin is Frankrijk volwaardig EU-lid en heeft het als semi-zuidelijke rommel-economie moeilijk onder het Europese bezuinigingsjuk en een verlaagde kredietstatus. Frankrijk lijkt een lichtpuntje in de duisternis van de 3-procents-terreur. Hollande heeft namelijk aangekondigd zich niet langer te gaan houden aan de norm en ruimte te creëren tot investeren. In navolging van de VS wil Frankrijk zich actief gaan richten op het scheppen van werkgelegenheid. Hollande haalde scherp uit naar de Europese Commissie, die vond dat de Franse verzorgingsstaat op zes terreinen op de schop moest. Het streven om het begrotingstekort terug te dringen tot onder de 3 procent noemde Hollande een zaak voor de Fransen zelf. Hij sloeg terug met de constatering dat de Commissie zelf tekort schiet: van het Groeipact dat een jaar geleden werd opgesteld om onder meer de jeugdwerkloosheid terug te dringen, is niets terechtgekomen.

In de VS werden de banken direct geherkapitaliseerd, ging de geldpers aan en werd er in twee tranches een enorm banenplan op touw gezet. Het kostte de nodige politieke moeite – ook Obama sloeg na een mislukte periode van stimuleren eerst weer aan het bezuinigen – maar het betaalt uit: de werkgelegenheid en de economie als geheel groeide. Eerlijk is eerlijk: ook de VS hebben geen last van de manke Euro-constructie en kunnen altijd terugvallen op de Fed, die anders dan de ECB écht als centrale bank fungeert.


Hoe komen we er vanaf?
Ten eerste moeten we onze focus scherpstellen op het volgende feit: de 3 procentnorm is een ordinaire politieke keuze. En géén  financieel-deterministische wetmatigheid waarvoor ‘ie de volgens mensen aan het roer moet doorgaan. En net als alle andere politieke besluiten is die norm dus grotendeels arbitrair. De wetenschappelijke onderbouwing waaraan de beleidsmakers hun argumenten ontleenden blijkt ook nog eens niet houdbaar. Ja, natuurlijk hebben we te maken met Europa en de heersende financiële consensus aldaar. Nee, natuurlijk is een vastere greep op woekerende uitgaven in principe geen slecht idee, maar niet nu de economie spartelend op de rotsen bodem ligt en de harde klappen van het bezuinigingsbeleid door alle lagen van de bevolking keihard gevoeld worden.

Doe niet langer alsof er geen alternatief bestáát. Alsof de poorten van de hel zich zullen openen als we boven de 3 procent uitkomen en demonen met een treffende gelijkenis tot Angela Merkel ons aan een gloeiende pook zullen rijgen en ons tot de eeuwigheid dwingen tot een slavenbestaan onder het juk van woeste horden Chinezen en Indiërs wiens economie de onze over de vluchtstrook heeft ingehaald.

Eindelijk vormt zich een koor van vooraanstaande economen en financieel-specialisten die pleiten voor een stevig stimuleringspakket om ons uit de huidige malaise te trekken. Dit is het momentum.

De Europese parlementsverkiezingen van 2014 zullen een sleutelrol spelen. Parijs en Berlijn willen na die bestuurlijke wissel van de wacht, de politieke controle binnen de eurozone uitbreiden. Een onderdeel hiervan zouden meer Eurogroeptoppen en een vaste voorzitter van de Eurogroep zijn. Een dergelijke structurele verandering kunnen zelfs Frankrijk en Duitsland niet alleen doorvoeren en dus zullen ze op zoek moeten naar brede steun van de overige EU-landen. Zowel VVD als PvdA hebben zich weinig enthousiast betoont. ‘We hebben genoeg presidenten’, zei PvdA’er Michiel Servaes en ook minister Dijsselbloem zelf reageerde afwijzend op het voorstel. Die houding lijkt de politieke ruimte te creëren de harde Europese dogma’s met meer afstand te bezien en er een meer overwogen reactie op te formuleren dan het brave ja en amen van nu. Om echter echte politieke wil te kweken zullen we het 3 procentsdogma van binnenuit moeten breken en iedere mogelijkheid aangrijpen onze gezagsdrager te confronteren met hun eigen keuzes. Precies: hun keuzes.


Jasper Konijnenbelt avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?