Nieuwe hoop voor democratie

Als we de babyboomgeneratie mogen geloven dan is er niet alleen weinig terechtgekomen van hun idealen, al waar zij voor vreesden – een concentratie van macht en toenemende ongelijkheid – is uitgekomen. Erger nog, er is geen hoop, geen toekomstvisie of stip op de horizon waar we met enig vertrouwen naar toe kunnen leven.

Voor het eerst worden we zelfs in het veilige Noorden van Europa geconfronteerd met de harde keerzijde van het kapitalisme, dat geeft en paait, maar neemt zonder aanziens des persoons als de tijd daar is. Schulden moet men op een dag inlossen en schulden hebben we.

Wat waren die democratische idealen van de babyboomgeneratie? Waarom zijn zij niet uitgekomen en – belangrijker – waarom geloven we niet meer dat deze idealen alsnog kunnen uitkomen in een andere vorm. In dit essay betoog ik dat de idealen van de babyboomgeneratie altijd al onrealistisch waren – dat zijn idealen altijd – en dat er daarom geen reden is ze op te geven. Ze hebben alleen een nieuwe vorm nodig, die aansluiting vindt bij de huidige generatie.

We gaan naar de haaien en we doen er niks aan

Daar komt het wel zo’n beetje op neer als we mensen als Paul Schnabel, Ewald Engelen en 5 september in de Groene, Wolfgang Streeck, mogen geloven. Democratie heeft zijn langste tijd gehad en is tijdens de rituele dans met haar vanzelfsprekende partner Economie langzaam in slaap gesust, om dan opeens in een verstikkende houdgreep genomen te worden. De economie in de hoedanigheid van multinationals heeft de wereldmacht overgenomen van democratisch gekozen lidstaten. Via democratisch niet of nauwelijks gelegitimeerde en niet gecontroleerde podia als de Europese Commissie, de Europa Raad en op hoger en lager overheidsniveau allerhande Economic Boards, zoals in Amsterdam, worden ‘deals’ gesloten tussen overheid en bedrijfsleven. Burgers kunnen op die niveaus genomen beslissingen niet duiden, laat staan dat zij met hun stem bij verkiezingen hun ongenoegen kunnen uiten. Dan hebben we het nog niet eens over de Europese Centrale Bank. Haar koers is afhankelijk van de grillen van president Draghi die elke dag een cocktail van beurskoersen, financieel lobbywerk en angstige ministers van financiën moet drinken. Een verkiezingsuitslag waaruit af te lezen valt dan gewone mensen het helemaal gehad hebben met bezuinigingen kan Draghi er dan niet bij hebben. Die wordt dan ook volkomen genegeerd.

Flower power

Flower power

Hoe anders had Roel van Duin het zich voorgesteld met zijn kabouterpartij? En niet alleen Roel, ook mijn vader die in de Dapperbuurt in Amsterdam de sloop van woonblokken voorkwam, had dromen over die andere samenleving. Daar had ‘onze’ Joop het ook over in een van zijn vele essays ‘om de democratie’. Er was een passievolle behoefte aan omverwerping van machtsstructuren. Er moest spreiding van kennis, macht en inkomen bereikt worden. Het individu moest vrij zijn en zich optimaal kunnen ontplooien.

De universiteiten van Europa waren voor de 1968-generatie een van de voornaamste podia in hun strijd tegen de zittende, moraliserende macht. Democratisering van het onderwijs was zo’n ideaal, met studenten in het bestuur van de universiteit als uitvloeisel van dit ideaal. Hans van Mierlo was met zijn D66 van plan de politiek van binnenuit op te blazen door geen achterhaalde ideologieën, maar pragmatische en persoonlijke politiek centraal te zetten.

Er zijn nog nooit zo veel hoger opgeleiden geweest in Nederland als vandaag de dag, maar de klachten over de universiteit als geld gestuurde onderwijsfabriek zijn niet van de lucht. Het begrip bildung zegt de gemiddelde student niets en medezeggenschap staat leuk op je CV. En de politiek, tsja…. Persoonlijk is de politiek zeker geworden, maar ondanks het relatieve hoge opkomstpercentage bij nationale verkiezingen is de deelname aan politiek in directe en indirecte zin nog nooit zo laag geweest. Het geloof in de politiek als factor die de samenleving ten positieve kan veranderen lijkt weg, als we de interviews van het Van Waarde project van de WBS mogen geloven. Mijn eigen sociale omgeving denkt er in ieder geval zo over. Opmerkelijk is wel dat ook Den Uyl al sprak over de smalle marges van de democratische politiek. Hij verbond hieraan echter wel de conclusie dat we om die reden op zoek moesten gaan naar nieuwe vormen van participatie.

Mijn generatie moet ook opnieuw op zoek naar nieuwe vormen van democratische participatie en dat zal de volgende generatie weer opnieuw moeten doen. Democratie is nooit af, een civil society moet men onderhouden en continu versterken. De spreiding van kennis, macht en inkomen en vrijheid van het individu zijn niet op een dag bereikt. Een samenleving is nooit voltooid. Dat mag ook nooit het streven zijn, hoe graag Marcel van Dam ook een land zonder losers wil. Een ideale samenleving neigt immers naar een territoriale samenleving, omdat wat voor de een ideaal is het angstbeeld van de ander is.

Hoe verschrikkelijk is het nu eigenlijk?

We hebben bedrijven als Shell die per jaar meer omzetten dan de totale inkomsten van de Nederlandse staat in een jaar. We hebben financiële instellingen met balansen groter dan nationale balansen en met de meest risicovolle beleggingen. We hebben wetenschappers die op de loonlijst van multinationals staan. We hebben lobbykantoren waar oud politici en oud ambtenaren werken met een groter budget dan een Directoraat-Generaal van de Europese Commissie. De waakhond van de democratie – de oude media – is voor zijn voortbestaan afhankelijk van advertenties van grote bedrijven. De Arabische revolutie, het woord lente pas al lang niet meer, dreigt uit te lopen op een sektarische strijd. De internationale gemeenschap (in casu de VS, Rusland en China) speelt op de achtergrond een vilein spel dat gaat over olie- en gasbelangen.

Deze opsomming geeft geen rooskleurig beeld, maar in 1968 stond er een muur in het hart van Europa, vreesde men voor een nucleaire en allesvernietigende oorlog nadat men in 1962 de Cuba Crisis achter de rug had en vochten de Sovjet-Unie en de VS een bizarre oorlog uit in Vietnam. Dat was echter geen reden voor de demonstranten rond 1968 om de ellende af te wachten, maar eerder een stimulans om te strijden voor een betere wereld.

Europa kent nu al jaren vrede, Oost-Europa is bevrijd van het juk van het Communisme en kent met vallen en opstaan steeds meer welvaart en vrijheden. Europa kent een economische crisis, maar is veel welvarender dan in 1968. De verzorgingsstaat wordt beschimpt en belachelijk gemaakt en aan haar fundamenten wordt geknaagd, maar werklozen, gehandicapten en ouderen staan er veel beter voor dan in 1968.

Democratie

Democratie is meer dan verkiezingen of opiniepeilingen. Democratie is sterk afhankelijk van het vertrouwen van burgers in nut en noodzaak van deelname aan het politiek debat, hoe indirect ook. Als zij het gevoel krijgen dat politieke partijen te veel op elkaar lijken of dat de politiek geen wezenlijke koersveranderingen teweeg kan brengen dan wordt de democratie van binnenuit uitgehold. De opkomst van de LPF en de PVV is vermoedelijk beter de verklaren uit een behoefte aan ‘iets anders’  dan de zittende politiek dan uit een sterke inhoudelijke verbondenheid met de standpunten van deze partijen. Dit is een bijzonder normale democratische behoefte die door de bestaande politieke partijen nog steeds onvoldoende wordt bevredigd, wat de blijvende populariteit van de PVV verklaart. Er is naast de PVV – en in mindere mate de SP – zeker nog ruimte voor een nieuwe politieke partij die ‘de politieke elite’ het vuur aan de schenen legt, maar qua toon de PvdA, VVD, D66, CDA achterban weet aan te spreken.

Wij kunnen het ook, maar hoe dan?

Revoluties ontstaan in landen met veel jonge (werkloze) mensen, honger bij de middenklasse, of gebrek aan geloof in een toekomst voor hun kinderen. Een vergrijsd Europa trekt niet de straat op om de zittende macht omver te werpen, zij is er te veel mee verweven of heeft de kracht er niet meer voor. De jongeren zijn in de minderheid, maar beter georganiseerd dan ooit. Alhoewel de NSA al onze mailtjes leest kunnen we via het internet de hypocriete van de macht doorgronden. Het nadeel is dat we helemaal niets meer aannemen en van ironie zijn afgedreven naar cynisme. Deze generatie moeten het geloof in zichzelf als organiserende en politieke kracht terugvinden. Het gaat mij nadrukkelijk niet om het geloof in onszelf als individu, want we zijn er meesters in onszelf te verkopen op de (arbeids)markt, zoals van ons gevraagd wordt. We moeten door schade en schande de zittende macht –  en nee dat is niet alleen de politiek – tot concessies dwingen. We moeten de idealen van onze ouders oppakken en van een nieuwe likje sociale media verf voorzien. Hoe voeren we de druk op multinationals op om echt (sociaal) duurzaam beleid te voeren? Bewustwording is de eerste stap. Initiatieven als De Correspondent zijn hoopgevend, waarbij onderzoeksjournalistiek centraal staat, inkomsten uit ledenafdrachten komen en waar alleen gebruik gemaakt wordt van online media. In België heeft de G1000 laten zien dat democratie door gewone burgers kan. De G1000 selecteerde 1000 via loting aangewezen burgers om hen over relevante thema’s te laten debatteren. Uiteindelijk zijn hier adviezen uitgerold, maar belangrijker nog is dat hier de zaadjes voor politieke deelname van gewone burgers zijn gepland.

De voorwaarde om aandacht te genereren voor nieuwe betrokkenheid  – in tijden dat alles ‘een ervaring’ moet zijn  – is om politiek weer te laten gaan over de impact van beleid op het leven van gewone mensen. Dat is ontzettend moeilijk, want – zoals ook dit stuk laat zien – ligt ons de abstracte beschouwing goed of verzinken wij in pathetisch gedrag of het cynisme van Geenstijl, hoe hilarisch af en toe ook.


Micha Lubbers avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?