Essay #4 Young & Uneducated?

Soufian Afkir (19) vormt het gezicht van de Young & United beweging. Zijn symbool is het ‘halve pak’, het pak dat slechts de helft van zijn lichaam bekleedt, omdat Albert Heijn hem niet genoeg betaalt om een heel pak te kunnen veroorloven. Young & United richt zich niet alleen tot de werkgevers, maar ook tot de politiek: ze bepleiten namelijk de  afschaffing van het minimum jeugdloonminimum jeugdloon. Het achterliggende principe is logisch: gelijk loon voor gelijk werk. Maar hoe zit het met de implicaties van dit voorstel? Bijvoorbeeld, waarom zou je nog studeren als je ook meteen goed kunt verdienen? De Young & United beweging verdient zeker gehoord en serieus genomen te worden. We doen er als partij echter geen goed aan om afschaffing van het minimum jeugdloonminimum jeugdloon klakkeloos over te nemen als partijstandpunt.

Als scholier (18) heb ik net als Soufian zelf ook bij Albert Heijn gewerkt. Ik verdiende als achttienjarige toen iets minder, namelijk 4.75 euro per uur. Het werken in de supermarkt heeft me geleerd een redelijke balans tussen werk, school en privé te handhaven. Bovendien heeft het me geleerd om als medewerker met lastige of ontevreden klanten om te gaan. Drie jaar later balanceer ik tussen studie, werk en privé. Mijn ervaring met de klanten in de supermarkt helpt me om scherp en beleefd te blijven als het lastig wordt.

Dit allemaal heb ik wellicht te danken aan de invoering van het minimum jeugdloonminimum jeugdloon. Bij invoering hiervan minimum jeugdloonminimum jeugdloonspeelde met name de bescherming van de positie van de jongeren zelf op de arbeidsmarkt een belangrijke rol. Stel dat een werkgever iedere werknemer, ongeacht leeftijd en ervaring, hetzelfde uurloon zou moeten betalen. Hoe kom je als zestienjarige zonder werkervaring dan nog aan de bak, nu in rijen dik de Soefians (19) op de stoep staan die evenveel kosten, maar door hun werkervaring en leeftijd het werk beter en sneller kunnen doen?

Het teruggaan naar 1969 door afschaffing van het minimum jeugdloon zou het landschap van werkende jongeren drastisch veranderen. De scholier met bijbaantje verdwijnt. Al het werk dat nu door scholieren en studenten wordt gedaan, zal vervangen worden door jonge fulltimers. Fulltime is voor een werkgever wel zo makkelijk: het scheelt een hoop gedoe nu de werknemer altijd beschikbaar is. Bovendien zal iemand die de hele week vakken vult dit een stuk sneller kunnen dan iemand die dit alleen op zaterdag doet. Onder jongeren zorgt afschaffing van het minimum jeugdloon dus voor een nieuwe tweedeling in arbeiders en schoolgaanden.[1]

“Hier kunnen we niet van leven” scanderen de jongeren die zijn gerekruteerd voor de Young & United beweging. Het klinkt vreemd, maar het is wellicht juist goed dat je er niet van kan leven. Het huidige systeem van leerplicht, het sociale leenstelsel en het minimum jeugdloon zorgt er namelijk voor dat na het afronden van het voortgezet onderwijs de jongere zal kiezen voor een MBO-, HBO- of WO-opleiding. Werken rendeert momenteel niet, het is aantrekkelijker te investeren in een vervolgopleiding. Na afschaffing van het minimum jeugdloon kun je er ook voor kiezen om direct te gaan werken. Zonder specifieke vaardigheden en met minder algemene vorming dan jongeren die wel doorstuderen, maar nu wel met een volwassen minimumloon, waar je dus (net) van kan leven.

De tweedeling ontstaat met name na het achttiende levensjaar: de leerplicht zit niemand meer in de weg om voor de arbeidsmarkt te kiezen. Jongeren die direct gaan werken bouwen geen studieschuld op en kunnen het zich veroorloven om zelfstandig te wonen. Deze voordelen zijn voor de korte termijn, de keerzijde is levenslang. Aan de oppervlakte zijn er de economische effecten: wie niet doorstudeert verdient later minder. Bovendien geeft doorstuderen het individu de mogelijkheid om leuker en afwisselender werk te kunnen doen. Ten overvloede is het ook nog eens zo dat onze veranderende arbeidsmarkt meer en meer vraagt om hoogopgeleide werknemers. Vooral de komende jaren zorgen alleen al de decentralisaties voor een groeiende vraag naar hoger opgeleiden in de zorg. Los daarvan blijft de doorgaande automatisering en outsourcing een belangrijke rol spelen in de trend naar meer werkgelegenheid voor hogeropgeleiden.[2]

Onderwijs dient een hoger doel dan alleen het leren van een beroep. Het doen van een vervolgopleiding helpt het individu ook om volwaardig deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Het onderwijs is de motor van emancipatie in de maatschappij en de verheffing van het individu. Een goede onderwijscarrière zorgt voor betrokken en gemotiveerde burgers. Het produceert voor deelnemers aan een gedeelde cultuur. Dit culturele belang van onderwijs lijkt de afgelopen tijd door het vermarkten van de samenleving naar de achtergrond verschoven te zijn. Een studie moet renderen, zoals alles tegenwoordig moet renderen. Indien alle waardes worden omgezet in rendement en winst, blijft er weinig over om te ontdekken. Jacques de Kadt benadrukt in Het Fascisme en de nieuwe vrijheid (Amsterdam, 1939) het belang van cultuur, in brede zin. Hij stelt dat zonder cultuur ons leven de zin verliest die wij het gegeven hebben. Deze cultuur wordt pas door een sociaal en deugdelijk onderwijssysteem toegankelijk voor het grote publiek. [3]

Het huidige veld van wetgeving omtrent onderwijs, bestaande uit onder meer de leerplicht, het sociaal-leenstelsel én het minimum jeugdloonminimum jeugdloon, stimuleert jongeren om een vervolgopleiding te doen. Afschaffing van het laatste tornt aan deze stimulans door het fulltime werken op jonge leeftijd al rendabel te maken. Kinderen van hoogopgeleide ouders zullen de waarde van een vervolgopleiding sneller erkennen. Daarmee neemt de nu al bestaande tweedeling tussen hoger- en laagopgeleiden alleen maar verder toe.De Young & United beweging verdient een serieuze reactie. De nonchalante omarming, zonder verder commentaar – de houding die de PvdA nu aanneemt – schiet daarom ernstig tekort. De beweging vraagt vanuit sociaaldemocratisch perspectief om een repliek met een groter en meeromvattend verhaal. Jongeren verdienen een samenleving waarin werken eerlijk wordt beloond, maar waarin ook het volgen van een vervolgopleiding wordt gestimuleerd. Het onderwijs is namelijk nog altijd de motor van de verheffing en de sleutel tot een gedeelde cultuur.

Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar Reinder Reinders, zonder wiens ideeën ik dit essay niet had kunnen schrijven.

 

[1] CGB (2006) Advies commissie gelijke behandeling inzake leeftijdsonderscheid in de supermarktbranche “te jong te oud”, p. 16

[2] CPB (2015) De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025, figuur 2.2

[3] De Kadt, J. (1938) Het fascisme en de nieuwe vrijheid. Amsterdam: N. V. Uitgeversmaatschappij G. A. van Oorschot.


Maarten van der Laan avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?