De democratie in het geding

Het nut van tegenspraak is maar weer eens bewezen. In zijn reactie verduidelijkt Sebastiaan van der Vliet wat hij eerder bedoelde, maar niet met zo veel woorden schreef. Hier verduidelijk ik waar het mij om ging.

Het ging mij niet om de precieze cijfers van de begrotingstekorten van Griekenland. Het leek alsof Sebastiaan tekorten in het algemeen afwees, terwijl hij nu terecht stelt dat een tijdelijk tekort prima is om een recessie te voorkomen. Maar al te vaak is een afkeer van begrotingstekorten een ondoordacht dogma of een vorm van ideologie waar men zich niet van bewust is. Een economisch betoog behoeft altijd een uitgebreide uitleg van politieke en ideologische stellingname – cijfers spreken niet vanzelf, integendeel, het zijn die vermeende vanzelfsprekendheden die ons gevangen houden.

Ik heb niet willen pleiten voor een kredieteconomie, als ik op dát punt misschien onduidelijk ben geweest. Ik hamerde retorisch op het belang van echt geld voor gewone mensen. Als de Griekse economie onvoldoende productief/winstgevend is, en mensen werkloos raken en de Griekse overheid heeft onvoldoende middelen voor sociale regelingen omdat ze geen schulden mag maken maar die juist moet afbetalen, dan is er een probleem dat we niet eenzijdig bij Griekenland kunnen leggen, hoe veel de Grieken ook zelf moeten doen. Waarom niet? Omdat we met negentien landen één munt delen en de individuele landen niet langer het instrument van afwaardering hebben. (Ook afwaardering maakt een economie niet sterker overigens, maar dat terzijde.) We betreden hier het gebied van de Europese Monetaire Unie, waarover we in het vervolg nodig moeten debatteren!

Over de staatsschuld zouden we ook nog eens kunnen doorpraten. Ik ben het grotendeels met Sebastiaan eens. Het is veel beter om belastingen te heffen in plaats van te lenen. Maar het lijkt me niet altijd haalbaar om in korte tijd veel geld op te halen als dat nodig is, en het is ook niet altijd economisch verstandig. Het belangrijkste argument tegen staatsschuld is zeker dat die je afhankelijk maakt van de financiële markten. We hebben in verschillende eurolanden de problemen gezien met hoge rentes. De hedendaagse afhankelijkheid is zelfs zo groot, dat de Duitse socioloog Wolfgang Streeck de markten (de investeerders en beleggers op de financiële markten) een tweede ‘volk’ heeft genoemd waar politici zich naar richten, naast het eerste volk van burgers. Wat zegt dat over onze democratie? (Overigens las ik een paar jaar terug een fascinerend argument voor het aanhouden van een ruime staatsschuld, van de thesaurier-generaal van het ministerie van Financiën. Hij legde uit dat het belangrijk is om de financiële markten goed te kennen, te weten welke bedragen in welke vorm waar te halen zijn, en dat lukt niet als je maar een kleine speler bent. Een grotere staatsschuld zou dus relatief goedkoper zijn!)

Over wat de huidige Syriza-regering de afgelopen maanden heeft gedaan en had kunnen doen lopen de meningen uiteen. Ik heb helaas niet de indruk dat Sebastiaan zich in het perspectief van beide partijen verdiept heeft.

Qua politiek optreden: vlak voor een deadline voor een akkoord eenzijdig uit de onderhandelingen stappen maakt je voor degenen met wie je onderhandelt onbetrouwbaar, dat is zeker waar. Maar Syriza meende juist door de harde opstelling van de Trojka-onderhandelaars dat díe geen akkoord wilden, of alleen een ‘offer they couldn’t accept’. Kwaad bloed is gezet van beide kanten. Wat de een ‘traineren’ noemt, noemt de ander ‘sound economic arguments inbrengen’; wat de een ‘vasthouden aan gemaakte afspraken’ noemt, noemt de ander ‘een mandaat om te heronderhandelen’.

Qua gevoerd beleid: van de kant van de Europese instituties hoor je dat er weliswaar is bezuinigd (en inderdaad, hoe zouden ze anders die enorme tekortreductie hebben kunnen realiseren?), maar niet veel structureel is hervormd, en Nederland maakte zich bij monde van Rutte boos om het terugdraaien van door een vorige regering genomen maatregelen. (Dat gebeurt hier nou nooit.) Van de kant van de Syriza-regering hoor je dat de Trojka telkens vast bleef houden aan een alomvattend pakket waar eerst een akkoord over moest komen, en dat die niet mee wilde werken aan het doorvoeren van een kleiner aantal maatregelen, die ook Syriza broodnodig achtte.

Dat laatste is nog steeds een van de grootste problemen: dat Griekenland onder curatele van de Trojka staat. Dat probleem, zo stelde ik al in mijn vorige stuk, ligt niet op het economische vlak, maar raakt aan democratie en soevereiniteit. Uit de tekst van het akkoord van afgelopen maandag: ‘The [Greek] government needs to consult and agree with the Institutions [=Trojka] on all draft legislation in relevant areas with adequate time before submitting it for public consultation or to Parliament.’ Need I say more? Ik ben voor het verbinden van strenge voorwaarden aan het verstrekken van noodleningen aan Griekenland. Voorwaarden die gericht zijn op het verbeteren van de economie, zodat de financiële problemen opgelost worden. Maar de Grieken hun democratie ontnemen, gaat te ver. Veel te ver. Hoe kunnen we onze Griekse generatiegenoten onder ogen komen, wanneer we ze misschien wel decennia in een positie van ondergeschiktheid plaatsen?

Dat de Grieken hun economie en hele samenleving op orde moeten brengen (falende belastingdienst, clientelisme, corruptie, enz.) en dat dat in eerste instantie geld kost in plaats van oplevert, lijkt mij onontkoombaar. Maar twee dingen: het opbrengen van het benodigde geld voor de schuldeisers mag de gewone Grieken niet de armoede in duwen – dat lijkt me toch niet te veel gevraagd, laat staan iets ‘utopisch’. En het lijkt me van fundamenteel belang om Griekenland niet haar zelfstandigheid, democratie en daarmee waardigheid te ontnemen. Ook dat heeft niets met utopieën te maken – al zou je dat met de huidige politieke inrichting van Europa wel haast gaan denken.


Arnold de Groot avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?