De PvdA marginaliseert zichzelf bij Oekraïne-referendum

Jong WBS’er Pieter Koning analyseert de argumenten voor en tegen de associatie-overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne. In deze longread betoogt hij dat een ‘Ja’ op 6 april helemaal niet zo vanzelfsprekend is als de PvdA het brengt, zeker vanuit sociaaldemocratisch oogpunt.

Op 6 april mag Nederland zich uitspreken over het associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Zoals René Cuperus in zijn artikel ‘Ons referendumpje is veel groter dan Nederland of Oekraïne’ (Volkskrant, 7 maart 2016) al schreef, is GeenStijl dit keer op een geopolitieke zenuw gaan staan. Het belang van dit referendum is hoe dan ook groot, want welk vervolg er ook komt, de imago’s van Nederland en verschillende grootmachten staan op het spel. Cuperus maakt in het stuk een goed punt dat het debat in Nederland nog niet gevoerd wordt zoals het eigenlijk gevoerd zou moeten worden. Rutte probeert het associatieverdrag volledig in te kaderen als iets dat economische voordelen oplevert. Dat is natuurlijk voor ons als sociaaldemocraten als het schreeuwend verzwijgen van al die andere zaken die afgewogen moeten worden. Ook heeft Cuperus oog voor een tegenstelling in Oekraïne zelf, tussen de oude corrupte generatie politici enerzijds en de jonge ‘Maidan-generatie’ anderzijds. Echter, na het geven van deze twee noties schiet Cuperus wat mij betreft zelf echter ook volledig uit de bocht wanneer hij stelt dat “een Nederlands nee … zou grote schade toebrengen aan de internationale en Europese positie van Nederland, de Populisme-Vrijstaat van Europa.” Niet alleen Mark ‘economische voordelen’ Rutte leidt volgens mij aan een kokervisie, maar ook de PvdA en René ‘Maidan-generatie’ Cuperus. Met het blind varen op de Maidan-beweging laat de PvdA zich weliswaar van een progressieve kant zien, maar wel een progressieve kant met een beperkte diepgang. In dit stuk zal ik toelichten waarom. De karakterisering van Nederland, dat al drie tot vier eeuwen eerder een democratie was dan de rest van Europa, als ‘Populisme-Vrijstaat van Europa’ is tenenkrommend en zegt meer over de crisis waarin de PvdA zich bevindt. Ook hier zal ik op terugkomen.

Spreiding van Macht, Inkomen en Kennis

Allereerst: wat bezielt de PvdA om campagne te voeren vóór het associatieverdrag? De argumenten die de PvdA hiervoor aanvoert, zijn natuurlijk terug te vinden in het campagne-materiaal van de partij. Drie argumenten komen hier telkens in terug: 1) Het associatieverdrag zorgt voor vrede en veiligheid. Democratie en het tegengaan van corruptie worden hier vaak ook bij genoemd. 2) We willen voor onze energie niet afhankelijk zijn van Poetin. 3) We willen minder handelsbelemmeringen tussen de Europese Unie en Oekraïne. Als sociaaldemocraat overtuigen deze redenen mij niet:

Argument 1 is aantoonbaar onjuist: het associatieverdrag is een splijtzwam zowel in de Oekraïense samenleving als in de wereldpolitiek. Ergens is het heel vreemd dat de PvdA enerzijds begrijpelijk met de progressievelingen van het Maidan-plein sympathiseert, maar anderzijds is het onbegrijpelijk dat zij de behoeften van de fabrieksarbeiders in Oost-Oekraïne negeert. Alsof de PvdA al verwacht dat er ook in de buitenlandse politiek een SP klaar staat die de belangen van de oude arbeidersklasse in de gaten houdt, waar de PvdA dat niet doet. Heeft de PvdA totaal de ambitie verloren om ook voor de ‘verworpenen der aarde’, iets waar Oost-Oekraïne dicht bij in de buurt komt, op te komen? Is de PvdA nu internationaal een soort tweede Groenlinks of D66 geworden die, zonder om te kijken naar de gebieden waar de perspectieven écht slecht zijn, opkomt voor de ‘Young and trendy‘ in Kiev en omgeving? Heeft de PvdA het oude adagium van spreiding van Macht, Inkomen en Kennis in de buitenlandse politiek definitief laten varen? Nogmaals: natuurlijk zijn er ook redenen om de Maidan-groep te steunen: bijvoorbeeld de strijd tegen corruptie en de strijd voor homo-rechten zijn legitiem. Het is echter naïef dat het vertrouwen op een jonge, ambitieuze protestgeneratie vanzelf leidt tot een sociaaldemocratische samenleving. Kijk naar Nederland, waar veel linkse jongeren uit de jaren ’60 en ’70 hun idealen lieten schieten toen ze eenmaal geabsorbeerd waren door het systeem. Dat klinkt misschien cynisch, maar dat hoeft het niet te zijn. De PvdA heeft nu een kans in de buitenlandse politiek om de fout te herstellen die ze in Nederland gemaakt hebben: het verliezen van de arbeidersklasse die achterblijft en niet alleen (tijdelijk) arm is, maar ook blijvend slechte perspectieven heeft. Een groot deel van Oost-Oekraïne dus, waar arbeiders dankzij investeringen vanuit Rusland voor het uitbreken van het conflict een nog iets beter perspectief hadden. Alleen een brede visie, waarin zowel de ‘Oekraïense D66-ers’ als de ‘Oekraïense SP-ers’ recht aan gedaan wordt, doet recht aan een positie die de PvdA als linkse volkspartij waardig is.

De Maidan-protesten worden voor een deel ook ingegeven door Oekraïens-nationalistische sentimenten. Het zijn vooral deze sentimenten die leiden tot het interne conflict met Oost-Oekraïne en het externe conflict met Rusland. Na het verjagen van Janoekovitsj hebben zowel de ongekozen interim-regering van Jatsenjoek als de gekozen (behalve in de regio’s Donetsk en Loehansk) regering van Porosjenko een culturele genocide ingezet op de Russische geschiedenis van Oekraïne, wat voor Oost-Oekraïne het grootste deel van hun geschiedenis is. Door mee te gaan met het anti-Russische sentiment in West-Oekraïne en verschillende Oost-Europese landen, die via de EU een sterke lobby voeren, kiest de PvdA bovendien partij in een conflict tussen verschillende nationalismes. Hier is niets sociaaldemocratisch aan.

Verder wordt het verdrag door voorstanders vaak gebracht als een onschuldig handelsverdrag, dat Poetin Oekraïne niet zou gunnen omdat het hem persoonlijke invloed kost. Dit is het echter duidelijk niet. Het associatieverdrag spreekt behalve over handel ook over ‘convergentie’ van militair en buitenlandbeleid. Hiermee tart Europa de machtsbalans in de wereld door de invloed van de NAVO uit te breiden tot de voordeur van Moskou. Rusland behoort dan wel niet meer tot de Top 2 van de wereld als het gaat om economische en culturele macht, maar militair gezien speelt Rusland, vooral leunend op zijn nucleaire arsenaal, zeker nog wel een rol als garantie tegen een Westerse wereldheerschappij.  Dat klinkt misschien heftig, maar als we ruim tweehonderd jaar terug kijken in de geschiedenis is de Russische militaire macht al twee keer nodig geweest om het Westen tegen zichzelf te beschermen, toen Napoleon en Hitler Europa met hun beste bedoelingen probeerden te unificeren. Als zij de mogelijkheid hadden gehad om Kiev te gebruiken als springplank naar Moskou, had de wereldgeschiedenis er waarschijnlijk heel anders uitgezien. In Nederland zijn de offers die Rusland gebracht heeft om nazi-Duitsland te verslaan dan wellicht al grotendeels vergeten, in Rusland zelf en Oost-Oekraïne zijn ze dat zeker niet. Dit geldt ook voor de rol die de West-Oekraïners als bondgenoten van Duitsland in deze oorlog speelden. In Oekraïne zelf gaat het dus ook om een fundamentele keuze waar West en Oost anders instaan. Het associatieverdrag is geen onschuldig handelsverdrag waar niemand iets op tegen kan hebben, het is ook een militair samenwerkingsverdrag dat de neutraliteit van Oekraïne opheft, Oekraïne verscheurt en de relatie met Rusland de spits op drijft. Ergens blijft het vanuit de linkse idee van internationale machtenspreiding bovendien ook altijd stekend dat de PvdA als idealistische ‘nuttige idioot’ aan de zelfde kant strijdt als kapitalistische übermacht Amerika, waar over een paar maanden zo maar weer een Donald Trump aan de knoppen kan zitten. Ik mis hier vanuit sociaaldemocratisch perspectief ook een notie dat internationale spreiding van macht nog steeds een ideaal is om naar te streven, op een vreedzame manier bijvoorbeeld in samenwerking met de BRICS (samenwerkingsverband van Rusland, China, India, Brazilië en Zuid-Afrika).

Het associatieverdrag is dus helemaal niet bevorderlijk voor vrede en veiligheid. Ook is het zeker niet in alle opzichten goed voor de democratie, wanneer het doorgedrukt wordt hoewel de meningen van de bevolking er ernstig over verdeeld zijn. De PvdA en andere voorstanders zouden in dit opzicht geloofwaardiger zijn, wanneer zij aantonen ook oog te hebben voor de economische belangen van de inwoners van Oost-Oekraïne en hun culturele rechten als etnische minderheid. Dit laat de PvdA nu volledig na, waardoor zij haar opvatting van democratie onnodig versmalt en zich leent als louter Nederlands verlengstuk van de Maidan-beweging.

Of het associatieverdrag tot slot leidt tot een afname van corruptie, het punt uit de Maidan-revolutie dat Cuperus terecht naar voren haalt, valt te bezien. Dit idee is gestoeld op de gedachte ‘keep your friends close and your enemies closer‘. Het aanhalen van de banden met een land door de EU, zou betekenen dat de EU meer macht over het land krijgt om de inwoners van dit land te helpen om corruptie te bestrijden. Met hetzelfde argument zijn Roemenië en Bulgarije toegelaten tot de EU, hoewel de corruptie hier nog lang niet verdwenen was uit de politiek. Deze corruptie is hier jaren later nog steeds niet verdwenen: geld van de EU voor publieke projecten komt hier regelmatig nog in verkeerde zakken terecht, tot woede van veel Roemenen en Bulgaren zelf.

Het argument dat het associatieverdrag dus goed zou zijn voor vrede, veiligheid, democratie en corruptiebestrijding (eigenlijk vier argumenten) levert veel munitie op voor discussie. Een discussie die binnen de PvdA meer gevoerd zou mogen worden. Het zijn goede, linkse argumenten, maar helaas niet goed bediscussieerd. Het Oekraïne-referendum is ook een kans voor de PvdA om zijn idealen meer diepgang te geven, maar wordt helaas nu vooral gezien als een populistische bedreiging.

De andere twee argumenten die de PvdA in zijn campagne vóór het associatieverdrag gebruikt zijn een stuk oppervlakkiger of minder links. Dat we niet afhankelijk van Poetin mogen worden is natuurlijk een vreemd argument. Allereerst is Poetin geen land. Ten tweede is het nooit goed om van één land afhankelijk te zijn, maar in dat opzicht is de Nederlandse economie eerder een junkie van de Verenigde Staten als van Rusland. Ten derde is het maar zeer de vraag of het stemmen voor het associatieverdrag leidt tot minder afhankelijkheid van Rusland qua energie. Hoe zou samenwerking met Oekraïne, dat voor zijn energie zelf afhankelijk is van Rusland, moeten zorgen voor minder afhankelijkheid van Rusland qua energie?

Het derde argument ‘we willen minder handelsbelemmeringen tussen de Europese Unie en Oekraïne’ is zoals Cuperus impliciet al duidelijk maakt een argument dat vooral koren op de VVD-molen is. Het is onwaarschijnlijk dat het associatieverdrag met Oekraïne gaat leiden tot veel banen voor Henk en Ingrid in Nederland. Henk en Ingrid hadden meer baat gehad bij een goede handelsrelatie met Rusland. Door het wederzijdse gegooi met sancties tussen Rusland en de EU zijn er in de Nederlandse land- en tuinbouw meer banen verloren gegaan dan er door het associatieverdrag met Oekraïne waarschijnlijk ooit bij gaan komen. Ook is het onwaarschijnlijk dat Boris en Svetlana in Loehansk profijt gaan hebben van het associatieverdrag. Wat hebben zij er aan, wanneer er in Kiev weer een mooie nieuwe vestiging van de Starbucks bij komt, terwijl Boris zijn baan in de metaal verliest omdat Rusland minder gaat investeren en de Europese Unie totaal niet geïnteresseerd is in het in leven houden van de metaalindustrie in Oost-Oekraïne. Nee, gezien de ervaringen in Griekenland is het waarschijnlijker dat Boris en Svetlana zich over een paar jaar genoodzaakt zien verder de broekriem aan te trekken en net als Yannis en Alexandra hun noodzakelijke operaties moeten missen, omdat hun regering in het financiële keurslijf van Europa terecht gekomen is en te weinig geld overhoudt om de publieke voorzieningen op een menswaardig peil te laten, terwijl Boris en Alexandra even hard met de hoon van West-Europa te maken krijgen.

Populisme-Vrijstaat

Al met al zijn er genoeg linkse, sociaaldemocratische overwegingen vanuit het ideaal van ‘Spreiding van Macht, Inkomen en Kennis’  om op 6 april tegen het associatieverdrag te stemmen. Wat mij opvalt, is dat er binnen de PvdA helemaal geen ruimte lijkt te zijn waarbinnen een verhitte discussie over deze thema’s gevoerd wordt. Het Oekraïne-referendum bevat genoeg ingrediënten om een discussie over wereldpolitiek en grote idealen te voeren. In plaats daarvan heeft de PvdA zijn standpunt in de Tweede Kamer al gevormd en is er voor gekozen om zonder interne discussie een ‘ja’ uit te dragen. Het restant tegenstemmers wordt al a priori in het kamp van de populisten en de Poetin-aanhangers ingedeeld. Hier worden zij echter toe gedwongen door de opstelling van de PvdA, niet omdat ik als PvdA-er het idee heb dat een afwijkende mening niet gerespecteerd wordt, wel omdat deze a priori niet als overweging is meegenomen in het bepalen van het PvdA-standpunt. De PvdA toont inzake het Oekraïne-referendum geen enkele ambitie om zich terug te vechten naar de positie van een brede, linkse catch all-volkspartij. Met de kritiekloze opstelling jegens het associatieverdrag lijkt de PvdA tegen de SP te willen zeggen: ‘hou ze maar, die 20 linkse zetels  die ooit van ons waren. Wij gaan wel voor het laaghangende fruit van de progressief-liberale Groenlinks- en D66-stemmers die ons tenminste begrijpen.’ Met die instelling, waarbij een sociaaldemocratische discussie extern uitbesteed wordt aan de SP en PVV, levert de PvdA inderdaad onbedoeld een bijdrage aan de vorming van een populisme-vrijstaat waar Cuperus op doelt. Bovendien: het is mooi dat de PvdA heeft aangegeven de uitslag van het referendum te zullen overnemen, in tegenstelling tot de VVD, die hier onduidelijk over is. Echter, het is dan natuurlijk ook van belang dat de PvdA wel een analyse heeft van de sociaaldemocratische argumenten tegen, anders kan zij ook geen goed vervolg geven aan een negatieve referendumuitslag en moet zij voor de linkse analyse kijken naar de SP.


Pieter Koning avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?