Toewerken naar de 3%

Stel je eens voor, een man van 42 jaar die onder druk staat op z’n werk en bang is begin 2014 zijn baan te verliezen. Zijn vriend Job is zijn baan al enige tijd kwijt. Job is al wat ouder en komt mede daardoor moeilijk aan een nieuwe baan.

Door Maaike van den Herik, Merijn Otten, Bart van Bruggen, Gerard Oosterwijk en Kim de Jong

Waarschijnlijk zijn er in jouw omgeving ook mensen aan te wijzen die ongewild werkloos zijn. Óf ze kunnen na het afronden van een opleiding geen werk vinden óf ze zijn ontslagen en vinden geen nieuwe baan. Wij, jonge sociaal democraten, denken dat deze mensen geholpen kunnen worden door toe te werken een nieuwe 3%-norm.

Vaak zijn de mensen waar het hierboven over gaat geen lid van een vakbond, geen lid van een politieke partij en voelen ze zich eenzaam in hun situatie. Ondertussen houdt rechts Nederland hen verantwoordelijk voor het feit de ze geen werk hebben. Het gevoel ‘het is je eigen schuld’ wordt hen op deze manier opgelegd. Mensen voelen zich hierdoor waardeloos en niet goed genoeg. De vraag is: is het wel hun eigen schuld? Wij denken van niet, deze mensen zijn niet waardeloos of niet goed genoeg, ze hebben gewoon pech. Pech dat we nog steeds in een crisis zitten die begon in 2008 doordat bankiers krankzinnige risico’s namen met andermans geld.

Met dit tegengeluid nemen we met klem afstand van de bezuinigingsdrift van het kabinet Rutte-Asscher. Dit omdat wij oog hebben voor de negatieve gevolgen van dit beleid op de Nederlandse economie en de samenleving. Voor ons botst dit beleid en de woorden van Jeroen Dijsselbloem dat de PvdA ook zonder de VVD even hard en snel zou bezuinigen totaal met waar de Partij van de Arbeid voor zou moeten staan. Namelijk een actief werkgelegenheidsbeleid gericht op goed, zeker en genoeg werk voor iedereen. In de kern is ons tegengeluid een oproep voor een andere benadering van werkloosheid en een pleidooi voor een maximale werkloosheidsnorm van 3%.

Het belang van werk

De eerste vraag die moet worden beantwoord, is waarom is het belangrijk het debat over werkloosheid te veranderen? De eerste reden om dit te doen is omdat het hebben van werk voor mensen zelf veel oplevert:

Werk zorgt voor inkomen. Zoals we allemaal weten hebben we geld nodig om rond te komen en voelt het heel fijn als je dat geld zelf verdiend hebt.

Werk zorgt voor een netwerk en sociale contacten. Het samenwerken met collega’s, professionele contacten opdoen en verhalen vertellen en horen helpt mensen verder en maakt ze gelukkiger.

Werk zorgt voor het hebben van een identiteit. In veel gesprekken gaat het over wat voor werk je doet. Als het werk wegvalt, valt vaak ook een deel van je identiteit weg.

Werk zorgt voor ontplooiingsmogelijkheden. In je werk kan je groeien als persoon en ontdekken dat je bepaalde werkzaamheden goed kan uitvoeren. Dit zorgt voor zelfvertrouwen.

Naast de persoonlijke voordelen van werk is het van maatschappelijk belang om zo min mogelijk werkloosheid te hebben. Werk zorgt voor rust en stabiliteit in de samenleving. Mensen weten waar ze aan toe zijn en zijn daardoor eerder bereid om zich in te zetten voor de samenleving. Het inkomen dat ze verkrijgen middels het werk zorgt er immers voor dat ze kunnen voorzien in hun eigen basisbehoeften. Daarnaast zorgt zoveel mogelijk werkende mensen ervoor dat kennis en vaardigheden worden ingezet voor de maatschappij. Kortom, werk is belangrijk. Helaas is goed, zeker en genoeg werk net als in de vorige, in de 21ste eeuw niet vanzelfsprekend.

Wat is er mis met de huidige benadering van werkloosheid?

Natuurlijk is werkloosheid op zichzelf al een groot probleem. In de verkiezingscampagne prijkte de PvdA met ruttesbanenmachine.nl, maar sinds ze deelnemen aan het kabinet is het aantal werklozen alleen maar verder opgelopen. Op dit moment zijn er meer dan 700.000 werklozen in Nederland. Veertien Amsterdam Arena’s vol – dat lukt zelfs de Toppers niet. Als we de peilingen mogen geloven, zijn er zelfs meer werklozen dan PvdA-kiezers. Wij vinden dat het kabinet Rutte-Asscher actiever moet inzetten op het verlagen van werkloosheid en dat het publieke debat over werkloosheid op drie punten moet worden veranderd.

Allereerst is er een heel negatief beeld van wat een werkloze is. Er wordt te vaak het beeld geschetst dat mensen die werkloos zijn, gefaald hebben en waardeloos zijn. Dat werkt door op mensen die werkloos zijn. Het is onzin mensen voor te houden dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen ongeluk, terwijl we weten veel van de huidige werkloosheid te wijten is aan de instabiliteit van het kapitalistische systeem. Langdurige werkloosheid kan er bovendien toe leiden dat mensen zich terug trekken uit de maatschappij. De PvdA moet dan ook harder ingaan tegen het rechtse verhaal van ‘eigen schuld, dikke bult’: veel van de huidige werklozen hebben pech gehad en hadden in de meeste gevallen hun ontslag niet kunnen voorkomen. Juist in deze zware tijden moeten sociaal democraten opkomen voor deze groep!

Ten tweede moeten we af van de politieke apathie als het gaat om werkloosheid. Te vaak wordt gezegd dat er in de politiek geen magische knop is om werkloosheid te bestrijden; mensen moeten zelf gewoon hard hun best doen. Tegenover het rechtse verhaal dat ieder mens zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen (on)geluk, staat de grondwettelijke notie dat het creëren van werkgelegenheid overheidstaak is. Bovendien is het zeker de missie van de Partij van de Arbeid om actief arbeidsmarktbeleid te hebben en mensen niet aan hun lot over te laten. Wat ons betreft moet het kabinet juist nu alles op alles zetten om werkloosheid te bestrijden. Zoals eerder in dit stuk al genoemd, het investeren in mensen en werkgelegenheid heeft veel meer voordelen dan alleen economische.

Ten derde moeten we stoppen met werk alleen kwantitatief te bekijken – het idee dat meer banen altijd beter is. In de huidige samenleving staat de kwaliteit van werk steeds meer onder druk. Denk maar aan de ontslagbescherming, hyperflexibiliteit, uitholling van de WW en al het andere dat vaak onder de noemer ‘hervormingen’ valt. De dominantie van het efficiëntiedenken,de druk op efficiëntie boven alles leidt vaak tot minder arbeid én minder kwaliteit. Als de thuiszorg per ‘cliënt’ minder tijd heeft, heb je minder mensen nodig, maar lever je minder kwaliteit. Als je bij de overheid minder ambtenaren wilt hebben, moet je vaak dezelfde taken door dure externen laten uitvoeren. De PvdA moet feller ingaan tegen het eenzijdige efficiëntiedenken en zich sterker inzetten om de kwaliteit van arbeid te waarborgen.

Goed, zeker en genoeg werk

Werk bestaat uit veel meer dan het hebben van een baan. Goed werk is het ideaal waar de sociaaldemocratie al sinds 1894 voor strijdt: het begint met goede werkomstandigheden. Beperkte werktijden, een volwaardig loon, veilige werkomstandigheden, het bedrijf als gemeenschap – dat er binnen een bedrijf goed naar de werknemers wordt geluisterd en dat ze zich een deel voelen van het bedrijf – en perspectief op een hogere functie. De meeste van deze waarden dachten we in de jaren ’50 al veilig gesteld te hebben, maar momenteel komen deze verworvenheden steeds meer onder druk te staan.

Ten tweede is het belangrijk dat iedereen zeker werk heeft. Duidelijke contracten waarin mensen vast werk hebben of perspectief op vast werk, rechten zodat werknemers niet zomaar ontslagen kunnen worden, de mogelijkheid om klachten aan te kaarten en eerlijke verwachtingen voor een werknemer. Mensen kunnen alleen volwaardig deel uitmaken van een bedrijf als ze zeker weten dat ze niet morgen opeens ontslagen kunnen worden.

Ten derde moeten we inzetten op genoeg werk. Het kabinet zou meer moeten investeren in het creëren van banen. Het is daarnaast belangrijk dat mensen met een baan genoeg kunnen verdienen om van rond te komen, zodat ze niet meerdere banen nodig hebben.
Dit zijn drie niet-uitwisselbare principes. Natuurlijk zijn er gevallen waarin ze elkaar tegenwerken – meer werk, maar minder goed of zeker – maar dan gaat het erom dat we een maatregel beoordelen aan de hand van alle drie de criteria. We moeten nooit een maatregel steunen alleen omdat het goed is voor één van de drie onderdelen van werk. Werk bestaat uit veel meer dan slechts het hebben van een baan.

Onze oplossing: een nieuwe, harde 3%-norm

Om te zorgen voor goed, zeker en genoeg werk is het tijd voor nieuwe 3%-norm. Alleen als we een hard streefcijfer hebben, kunnen we onze politici daar op afrekenen. En dan hebben we het niet over een kortzichtige en eenzijdige financiële norm, maar over een norm om te streven naar maximaal 3% werkloosheid. Het is bizar dat de EU ons wel straft als ons huishoudboekje niet klopt, maar niet als we 700.000 mensen in de kou laten staan. We moeten af van die politieke apathie en duidelijke doelen nastreven. Door te investeren in werkgelegenheid, van baan-tot-baan begeleiding en her- en bijscholingsprogramma’s ondersteunen en motiveren we werklozen verder te gaan met het zoeken naar een baan.

Ten tweede moeten er nieuwe collectiviteiten worden georganiseerd. Als individu kan je door het rechtse geluid het gevoel krijgen dat je persoonlijk verantwoordelijk bent voor het niet hebben van een baan. Dat is onjuist! Door deel uit te maken van nieuwe collectiviteiten krijgen mensen zonder baan het gevoel niet alleen te staan. Daarnaast kan je met een grote groep mensen het probleem (hoger) op de agenda zetten. Als individu is dat heel lastig. Bovendien is het risico van individueel actie voeren is dat je elkaars concurrent wordt. Dat draagt niet bij aan het zorgen voor goed, zeker en genoeg werk.

Ten derde moet de overheid het goede voorbeeld geven. De situatie die nu is ontstaan door de werkwijze via aanbestedingen is onwenselijk. Het zorgt voor onzekerheid bij veel mensen. Bij aanbestedingen moet niet het efficiëntiedenken voorop staan, maar de kwaliteit van het werk. Ook moet de overheid niet meegaan met de tendens om alle vaste contracten te flexibiliseren. Wat ons betreft is het bericht dat de overheid 3000 schoonmakers en andere flexwerkers in vaste dienst gaat nemen dan ook een stap in de goede richting

Ten vierde moeten we het publieke debat veranderen. Hoewel iedereen het over ‘de crisis’ heeft, blijven we toch hangen in het neoliberale verhaal dat ‘mensen gewoon moeten willen werken’. Wie geen baan heeft, heeft gefaald. Dit geeft het beeld dat mensen die werken belasting betalen voor de mensen die daar ‘geen zin in hebben’. Hierdoor willen mensen korten op sociale zekerheid of ontstaat er een discussie of mensen moeten werken voor hun uitkering. Dit debat winnen wij als sociaal democraten als we mensen kunnen overtuigen dat werkloosheid niet komt door individueel falen, maar door het falen van het kapitalistische systeem dat een intrinsieke aandrang heeft tot instabiliteit en crisis.

Terwijl Job zijn baan verloor in de peilingencrisis van 2012, zitten vele anderen al veel langer werkloos thuis. Ons tegengeluid voor de 21ste eeuw is dat het de taak van de sociaal democratie is om te zorgen dat er voor al deze mensen er genoeg, zeker en goed werk is. Als wij als Partij van de Arbeid vol inzetten op een maximale werkloosheid van 3% hoeft Job niet langer part-time bij te klussen en zal ook de onder druk staande Diederik na maart 2014 nog gewoon aan het werk zijn.

In het weekend van 13 september organiseerden Jong WBS, de Wiardi Beckman Stichting en de Jonge Socialisten een Zomerschool gericht op het formuleren van een tegengeluid op het overheersende rechtse versoberingsdenken. Het bovenstaande betoog werd door de jury beoordeeld als het krachtigste tegengeluid. Zie voor meer informatie over de Zomerschool:Van Waarde Zomerschool


Jong WBS avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?