Nivelleren voor gevorderden: belast bezit, ontzie het midden

Barrington Moore zei: zonder middenklasse geen democratie. Effectief democratisch bestuur valt of staat bijna altijd met de instemming van de middenklasse. Het is vooral het midden dat haar stem verheft en beleid beïnvloedt, de elite beteugelt en bruggen slaat met de lagere inkomensgroepen . “Zonder het midden gaat het niet”, stelden Paul Kalma en Marnix Krop in het Twaalfde Jaarboek voor het Democratisch Socialisme, waarin ze aangaven dat het van levensbelang is voor een verzorgingsstaat om de middengroepen een direct belang bij het behoud er van te geven. Alleen zo ontstaat volgens hen een ongeschreven maatschappelijk contract tussen arm en rijk.

Nivelleren: waar is dat feestje?
Het midden is dus nodig. Dat bewees ook het recente nivellerings-oproer: de werkende modalers verdedigen hun centjes met hand en tand, toen ze als werkenden meer dreigden te moeten betalen voor zorg dan de niet-werkende medemens.  Vooruit, nivelleren is blijkbaar toch geen feestje. Vooral niet als het gaat om het verdelen van pijn (lees: bezuinigingen), in plaats van iets extra’s. Over het naar ratio uitsmeren van de aardgasbaten in de jaren ’70 werd uiteraard een stuk minder moeilijk gedaan. Dat was ook nivelleren, maar dan wel feestelijk.

De inkomensverschillen verkleinen via de zorgpremie ging dus niet door, we doen het gewoon klassiek via de fiscus. Rutte kreeg het zelfs door zijn ledenvergadering. Wat meer geld voor mensen met echte pijn kan zelfs de grootste liberaal missen. “Iedere liberaal heeft een sociaal hart”, zo zei Rutte zelfs onlangs op het VVD partijcongres in Den Bosch. Ondanks dit geruststellende kijkje in de anatomie van de liberaal blijft een ding duidelijk: of onze nationale middenmoot zich nu in eerste instantie wat kleinzerig heeft betoont of niet, feit blijft dat de nivelleringsmaatregelen de solidariteit tussen inkomensgroepen onder druk heeft gezet. En een  ontevreden middenklasse is een structureel democratisch probleem.

Is nivelleren in dat licht nog wel een doel om na te streven en zoja, hoe?

‘Vroeger’ heette nivelleren gewoon nog ‘het dichten van de kloof tussen arm en rijk’ en riep het een stuk minder weerstand op. Het bekende gedachtenexperiment van ‘de sluier van onwetendheid’ dat rechtsfilosoof John Rawls uiteenzette in zijn Theory of Jusctice, omschreef de waarde van solidariteit binnen een samenleving. Wanneer men bij het inrichten van een samenleving niet zou weten wat voor positie men zou bekleden, hoe zou men deze dan inrichten? Recent onderzoek van gedragseconoom Dan Ariely bracht Rawls’ theorie van de geblinddoekte solidariteit in praktijk. Hij vroeg 5522 respondenten wat zij als ideale welvaartsverdeling zien, als zij hun eigen maatschappelijke positie buiten beschouwing zouden laten. Het resultaat is opvallend: meer dan negentig procent van de ondervraagden geeft de voorkeur aan een model met een gelijkwaardiger welvaartsverdeling dan Zweden.

Het dichten van de inkomenskloof is dus wél een feestje. En hoewel Nederland zeker niet het slechte jongetje van de klas is als het aankomt op inkomensongelijkheid, diept de kloof tussen arm en rijk zich steeds verder uit. Het dichten van die kloof – het woord ‘nivelleren’ dragen we hierbij voor altijd ten grave – is dus iets om naar te (blijven) streven als sociaal-democraten.  Maar hoe? En vooral: hoe doen we het zonder de toorn van het midden over ons af te roepen?

“Tax wealth, not income”
Daniel Altman – adjunct associate professor economie aan de New York University Stern School of Business – lanceerde onlangs een interessant idee in The New York Times: belast niet arbeid, maar rijkdom. Een vrij radicaal idee: schaf de inkomensbelasting af en belast slechts vermogen. Een eenvoudige jaarlijkse peiling van iemands bezit en een simpel sommetje volstaat:

“American household wealth totaled more than $58 trillion in 2010. A flat wealth tax of just 1.5 percent on financial assets and other wealth like housing, cars and business ownership would have been more than enough to replace all the revenue of the income, estate and gift taxes, which amounted to about $833 billion after refunds.”

Echte kapitaalkrachtigen verdienen hun geld niet uit arbeid, maar uit rendement op hun vermogen en hebben ook nog al eens de neiging zich in allerlei bochten te wringen om de fiscus te ontlopen (denk aan de grensoverschrijdende belastingfoefjes van Mit Romney). Om daadwerkelijk te nivelleren zonder dat onze hardwerkende middeninkomens geld verliezen aan niet-werkenden is het een fiscaal onderzoekje waard.
In Nederland betaal je effectief maar 1,2% over je vermogen vanaf 21.000,-. Een snipper in vergelijking met hetgeen hogere inkomens uit arbeid jaarlijks in box 1 afdragen. Vanaf 56.492,- gaat er 52% naar de blauwe enveloppen. Meer dan de helft van je zuur verdiende centen naar de staat, daar wordt eigenlijk alleen Kim Jong-un nog vrolijk van.

Een bezitstax voorkomt daarbij extreme concentraties van vermogen en werkt als een bonus malus op het oppotten van (veel) geld en vormt zodanig een stimulans op (her)investering.
Een in verhouding op de huidige inkomensbelasting veel lagere belasting op vermogen haalt in  het geld waar het echt zit en houdt de hardwerkende middenklasse grotendeels buiten schot. Een berekening op de Nederlandse situatie moet nog plaatsvinden uiteraard.

Addertjes onder het gras zijn er genoeg natuurlijk. Mensen die hun hele werkzame leven een berg aan inkomstenbelasting hebben afgedragen, zitten bepaald niet te springen op een belasting op het door hun in al die jaren opgebouwde bezit. Daarnaast zullen mensen met een groot bezit aan belastbare goederen, maar met een beperkte liquiditeit een probleem hebben een dergelijke belasting te betalen.

Altmans idee is natuurlijk een ouderwetse knuppel in het hoenderhoek, maar het experiment roept wel de juiste vragen op. Waarom is arbeid – door hard of misschien iets minder hard, maar in ieder geval door werk – eigenlijk hoger belast dan inkomen waarvoor men hooguit over wat aanzicht (beleggen) of geluk (een gift of erfenis en wederom beleggen) dient te beschikken?

Een gedachtenexperiment dat het onderzoeken waard is dus. Al was het maar omdat arbeid – zoals Arnon Grunberg onlangs optekende – hoe je het ook went of keert, eigenlijk een vorm van slavernij is.


Jasper Konijnenbelt avatar

Deel Dit ARtikel

Verder Lezen?